meer geluk dan wijsheid | ||
1946 | Ik heb nooit éen school afgemaakt, ik ben voor maar éen examen geslaagd: het rijexamen (dat dan wel in éen keer!) We verhuisden van Schiedam naar Naarden toen ik in de vijfde klas van de lagere school zat, elf jaar oud, dat moet in 1946 geweest zijn. Ik was getest door Waterink (die was er toen ook al, deed precies hetzelfde, is wel ruim 100 meter verhuisd) Daar vonden ze dat ik de zesde klas, de laatste van de lagere school, wel kon overslaan. Vroeger kon je aan het eind van de zesde klas een briefje krijgen dat vermeldde dat je lager onderwijs gehad had, zelfs dat briefje heb ik dus niet.
Er volgden minstens zes jaar middelbaar onderwijs, waarbij ik nooit verder dan de derde klas kwam. Dit ondanks allerlei vormen van bijles, huiswerkbegeleiding en gesprekken met Keilson. Steeds herhaalde dialoog met mijn vader: "Je kunt het best, als je maar wil!" - "Ik kan het niet willen". Er was éen vak waar ik goed in was, natuurkunde, omdat ik dat erg leuk vond (en vind). Dat être met avoir vervoegd wordt en dat de vertaling van het tweeletterwoord 'nu' maintenant is vond ik ook leuk, maar dat was niet genoeg om ooit een voldoende voor frans te krijgen. | |
1955 | Mijn belangrijkste hobby was prutsen met electronica, in het nabije Hilversum was een electronicaschool, mijn vader zag kans mij daar door te drukken. (Je moest zijn overgegaan naar de vierde van de middelbare school, die horde was mij te hoog.) Helaas waren ook daar teveel vakken waarbij ik niet of nauwelijks wakker kon blijven. Ik kwam de eerste twee jaar vrij redelijk door, daarna volgde er een praktisch jaar, dat zal 1955 geweest zijn. Je moest bij ongeveer drie werkgevers ongeveer vier maanden werken.
Een van de werkgevers was Shell, het laboratorium in Rijswijk. Daar waren ze bezig een analoge computer te bouwen, omdat zoiets op dat moment nergens te koop was. Ik kende computers alleen maar uit de literatuur, ik was meteen gefascineerd. Een andere belangrijke werkgever was Pye in Cambridge, maar voornamelijk omdat ik daar redelijk engels geleerd heb. Werken beviel mij goed, nog een laatste jaar naar school veel minder. In Hilversum was je al bijna in Loosdrecht, ik spijbelde nogal veel om in Loosdrecht te gaan zeilen. Dat laatste jaar werd dus niks, ik vond dat ik eerst maar eens in militaire dienst moest gaan. (Je kreeg wel uitstel om naar school te gaan, maar uiteindelijk moest je toch.) | |
1957 | December 1956, militair. (Het enige jaar dat ik zeker weet, 1956, alle andere jaartallen zijn door terugrekenen bepaald. Uit m'n hoofd, dus...) De eerste helft van 1957 opleiding tot vuurleidingmonteur. Het vuurleidingapparaat was een analoge computer, gemonteerd in een aanhangwagentje. (Als je op een vliegend vliegtuig wilt schieten dan moet je een eindje ervoor richten: terwijl de kogel vliegt, vliegt het tuig ook. Het vuurleidingapparaat berekent met gebruik van radar-informatie hoeveel je voor het vliegtuig moet richten. Dat richten gaat dan met door het apparaat gestuurde motoren.) | |
1958 | Eind 1958, je kreeg in de laatste periode van de militaire dienst sollicitatieverlof, reden om veel te solliciteren. Het werd Fokker, ook toen zat er al heel veel electronica in een vliegtuig, er werd bovendien erg veel electronisch gemeten aan de Fokker Friendship. Dat je daar maar fl. 200,- in de maand mee verdiende kon me minder schelen.
Mijn werk was voornamelijk het maken en installeren van meetapparatuur en het doen van metingen tijdens proefvluchten. Omdat een Fokker Friendship niet zo hoog en niet zo snel vliegt kreeg je zo een aardig idee van Nederland uit de lucht. Een proefvlucht duurde 1 à 2 uur, soms was de meting waar ik voor meeging in vijf minuten klaar. Dan had je heel ruim de tijd om uit het raam te kijken, prachtig! Fokker had een Zebra computer, maar daar mocht ik alleen maar naar kijken. Ik mocht wel aan de automatische piloot komen, in feite ook een analoge computer. Maar die werd kant-en-klaar ingekocht, daar was dus niet zo erg veel aan te beleven. Na iets meer dan een jaar merkte ik dat die fl. 200,- niet zo erg snel meer werd, dat was de voornaamste reden om een ander baantje te zoeken. | |
1960 | 1960 was het. Ik ging solliciteren bij IBM, toen ik de voordeur achter me dichttrok brak er een kies. Geen direct verband tussen kies en deur, maar ik kwam met helse kiespijn bij het Amsterdamse IBM kantoor. Dat werd dus niks. Volgende sollicitatie bij Univac, waarschijnlijk was die kies toen gerepareed, ik kreeg de baan wel.
Ponskaarten waren toen nog je van het, van sommige machines was alleen de motor electrisch, de rest ging met erg veel tandwielen. De computers die er toen waren werkten met electronenbuizen, ze werden geprogrammeerd via een paneel met heel veel gaatjes. In zo'n gaatje kon je een éenpolig snoertje stoppen, zo kon je een verbinding maken met een ander gaatje. Elk gaatje bestuurde een bepaalde functie, je kon tamelijk ingewikkelde berekeningen programmeren. Het gaat nu dus voor het eerst over digitale computers! Ik moest weer naar school, cursussen volgen in Frankfurt en Lausanne. Kennelijk was er iets met me gebeurd, deze cursussen volgde ik moeiteloos. Mijn salaris doorbrak de grens van 10.000,- per jaar, jammer genoeg kan ik niet reconstrueren in wèlk jaar. Een computer vulde toen nog een hele zaal, twee zalen zelfs bij het GAK. (Het GAK is opgegaan in een andere organisatie). Even later ging ik, nog steeds in dienst van Univac, naar Heerlen om op de computer van de Staatsmijnen en die van het Mijnwerkersfonds te passen. Computers waren toen zo groot en zo duur dat er een handvol personeel bijgeleverd werd. Univac computers werden ontwikkeld in de USA, hier mocht je ze alleen maar repareren, en dan precies volgens de voorschriften van Univac. Omdat ze niet vaak kapot gingen was er eigenlijk niet zo erg veel te doen, ik zag weinig doorgroeimogelijkheden. Ik mocht de baas zijn van de Heerlense groep, maar dat betekende erg weinig. | |
1968 | Philips-Electrologica was toen bezig om in Apeldoorn een computerindustrie op te zetten, ze wilden concureren met IBM. Er werd toen al gezegd dat ze daar te laat mee waren, later is gebleken dat dat inderdaad zo was. Maar ze waren driftig op zoek naar personeel, ik ging eens kijken, de sfeer daar beviel me wel.
Bij de Staatsmijnen had ik veel te maken met een man die bedragen altijd omrekende in Volkswagens. Ik solliciteerde bij Philips, ik werd aangenomen voor een salaris dat een Volkswagen per jaar minder was dan bij Univac. Ik gokte op de doorgroeimogelijkheden, later bleek dat goed gegokt. Ik vermoed ongeveer 1968, een liter benzine kostte een kwartje bij de witte pomp, maar wat kostte een Volkswagen? Philips kocht een kleine Honeywell computer die ze onder hun eigen naam verkochten. (Klein, dat was toen formaat koelkast!) Service en training moesten georganiseerd worden, omdat er bijna geen personeel was met enige computerervaring mocht ik dat doen. Een commercieel iemand had een cursus gepland voor technici, ik moest die cursus geven. Ik zou daarvoor zelf naar een cursus bij Honeywell gaan maar een en ander was zo gepland dat de cursus die ik zou krijgen na de cursus viel die ik moest geven. Pijlsnelle zelfstudie, drie weken cursus, elke avond tot twaalf uur voorbereiden wat ik de volgende dag moest vertellen. Een heel goede manier om zelf iets te leren is er les in geven. Drie kilo afgevallen in die drie weken. Die eerste cursus was in de consistoriekamer van een kerk aan de Arnhemse weg. Omdat veel cursisten uit Eindhoven kwamen gaf ik de volgende cursus daar, in het Philips Ontspannings Centrum, inmiddels afgebroken. Het werd duidelijk dat ik meestal in Eindhoven doende zou zijn, bovendien kreeg ik kennis aan een dame daar in de buurt. Kortom, ik liet mij overplaatsen naar Philips-IDS (Industrial Data Systems) Daar ging het heel wat voorspoediger dan bij Philips Electrologica, die Volkswagen kwam er al snel weer bij. | |
1990 | In 1990 wilden we naar Zundert, reden om te stoppen bij Philips. Een jaar later was beter geweest, bij Operatie Centurion werden grote groepen ouderen ontslagen, niet met een gouden maar toch wel een bronzen handdruk.
In 1991 nog even een baantje als tekstschrijver. Bij Stork in Hengelo moest een computer gestuurde spuitgietmachine beschreven worden. Stork had een schrijver die gek werd, daarom mocht ik het doen. Heel leuk en interessant, jammer dat Hengelo zo ver van Zundert is. Ik leverde een eerste concept in, men was tevreden maar intussen was de gekke schrijver weer normaal, die wilde het overnemen. Ik werd afgekocht met fl. 8000,- wat niet slecht was. Daarna heb ik nog wat tientjes verdiend met teksten voor START, tijdschrift voor Atari ST gebruikers, inmiddels verdwenen. En niet te vergeten, recentelijk Lydia en Buurtbanken... |